Door de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid is het wetsartikel over de proeftijd in een arbeidscontract op 1 januari 2015 gewijzigd. Artikel 7:652 lid 4 Burgerlijk Wetboek luidt als volgt:
“Er kan geen proeftijd worden overeengekomen indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor ten hoogte 6 maanden“.
Het is dus niet meer toegestaan in het arbeidscontract voor de bepaalde tijd van 6 maanden of korter een proeftijd op te nemen.
Proeftijd in arbeidscontract voor langer dan 6 maanden
In een tijdelijk contract dat is aangegaan voor langer dan 6 maanden kan wel een proeftijd worden opgenomen. Heeft het arbeidscontract een looptijd van korter dan 2 jaar, dan mag de proeftijd maximaal 1 maand zijn. Is het arbeidscontract aangegaan voor 2 jaar of langer, dan kan in het arbeidscontract een proeftijd van maximaal 2 maanden worden overeengekomen.
Proeftijd in arbeidscontract voor onbepaalde tijd
Bij het aangaan van een arbeidscontract voor onbepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogte 2 maanden.
- Kwaliteit
- Maatwerk
- Garantie
- Ervaring